Rama en Krishna (16) |
Wie het over Vishnu heeft, heeft het tegelijk over diens vele incarnaties, ook wel avatars genaamd, allen bedoeld om de wereld te redden zodra die op de afgrond balanceert. Onder hen Rama en Krishna. Hun beider bijzondere betekenis, de grote verhalen waarin zij figureren, hebben ook ons bereikt. Denk aan de Ramayana, de Mahabharata, de Bhagavad Gita. En de purana's, de volksverhalen, niet te vergeten. Even charmant als talrijk. SPEL - STRIJD - PLICHT Ook hun gestalten zijn ons intussen vertrouwd geraakt. Gestalten die de kern weergeven van waar Rama en Krishna voor staan. Krishna als fluitspeler is het bekendst. Krishna in deze vorm, de Krishna uit de volksverhalen, representeert het leven als spel. Een spel dat hij speelt met jou, met mij, met ons. Met de wereld. Uiteindelijk een spel dat hij speelt met zichzelf. Hij is dat immers, net zoals wijzelf, allemaal zélf.
Tenslotte Rama. Streng kijkt hij ons aan. Met pijl en boog, opgeheven zijn rechterhand, roept hij ons een halt toe. Krishna is hem te speels, te fel. Herstel van dharma, van wet en moraal, daar ging het hem om, daar gaat het hem om. Al moest de onderste steen er voor boven, zijn vrouw, Sita, uiteindelijk het veld ruimen zelfs ... Geen mens die het aandurft zijn plicht niet te doen ... Zo schept hij orde, redt hij de wereld. Steeds weer.
|