BIJLAGE: OVER HET GEBED

Voor de meesten van ons is het niet weggelegd daadwerkelijk hulp te bieden bij het wereldwijde leed dat heden ten dage via de media op ons allen afkomt. Voor hen, alsook voor degenen wier natuur meer contemplatief van aard is, vormt bidden een mogelijke antwoord op de vraag hoe om te gaan met de pijn van de wereld. Want zo ging ik het wereldleed noemen. Mijn bezinning op deze vraag leidde tot het essay “bidden voor de wereld”. Met het onderhavige “worldprayer - lord have mercy” als bijlage.

Tot degenen die opwerpen dat de “bidden-respons” allerminst een verrassend antwoord is, want dat bidden het minste is dat we kunnen doen, zou ik willen zeggen: natuurlijk is dat ‘uiteraard’ het geval. Dat neemt niet weg dat het bidden-antwoord steeds opnieuw moet worden geactualiseerd, steeds opnieuw moet worden gefundeerd. Iedere tijd vraagt ons ons ervan te overtuigen hoe noodzakelijk het is ons, als nieuwe generaties, opnieuw te vestigen in gebed. Het essay “bidden voor de wereld” doet daartoe een poging.

Gesteld voor de vraag naar het meest passende gebed kwam ik als vanzelf op “lord have mercy”. Overigens niet toevallig als vanzelf, maar op kracht van het gebed zelve. Ieder met ervaring in het bidden van steeds eenzelfde gebed kent dit verschijnsel. Wat daar ook van zij, het in gedachten, in het ritme van ons ademhalen, voortdurend herhalen van “lord have mercy” zie ik dus als het meest passend gebed. Gesteld in het engels, wereldtaal bij uitstek, is het voor welhaast iedereen verstaanbaar en “bidbaar”. De smeekbede is bovendien uiterst kort, uiterst begrijpelijk. Het heeft de kracht van duizenden en duizenden jaren gebruik. Het is namelijk zo oud als de mensheid zelve. Vanaf het begin van onze geschiedenis bevochten stammen en volkeren elkaar helaas. De overwonnenen smeekten om genade. Om gespaard te mogen worden, nu zij in handen waren gevallen van de vorst die zij voordien bestreden.

Dat “lord have mercy” nogal eens uitsluitend geassocieerd wordt met het zogenoemde jezusgebed doet niets af aan de oer-ouderdom en universaliteit van het gebed. Integendeel. Gebeden in de context van het christendom is het er namelijk een voortzetting van. Evenwel vooral in metaforische zin. In de context van het christendom heeft de smeekbede gespaard te mogen worden immers op de eerste plaats betrekking op onze ziel. Door het voortdurend uitspreken van jezus’ naam evoceert degene die bidt, diens mercy, diens ontferming, in zijn eigen hart. Meer en meer. Present als zijn mercy is in het gebed. Daardoor heiligt, of liever: her-heiligt de biddende mens zichzelf en de wereld.

Voor wie het even niet meer precies weet: de herkomst van het jezusgebed ligt bij de alom bekende tollenaar die, in contrast met de zelfgenoegzame farizeeër, in de tempel zijn hoofd afwendde en bad: “god, wees mij zondaar genadig”. Zijn gebed mondde al spoedig uit in wat later bekend werd onder de naam “jezusgebed”. Afgezien van varianten luidt het jezusgebed voluit: “heer jezus christus, zoon van god, ontferm u over mij”. De eerste christen-monniken, de woestijnvaders uit de derde eeuw na christus, baden het reeds. Zo voortdurend mogelijk.

Met dit uitstapje naar het jezusgebed boog ik echter allerminst de associatie van “lord have mercy” met het christendom te versterken. Integendeel. Als gezegd, het is een universeel gebed. Iedere religie kent eigen versies. Ook en met name de religies die ouder zijn dan het christendom. Bovendien, sinds het christendom langzaamaan loskomt van de idee de enige waarheid te behelzen accepteert men ook dáár meer en meer het bestaan van ook andere lords dan jesus. Inziend dat zij allen dragers zijn van uiteindelijk een en dezelfde transcendente waarheid.

Op grond van al deze overwegingen twijfel ik er niet aan: “lord have mercy” is uitermate geschikt om gehanteerd worden als hét universele gebed bij uitstek. Als wereldgebed. Als hét gebed voor de pijn van de wereld dat door iedereen, overal ter wereld, gebeden kan worden. Ter verlichting van ongeacht welk soort pijn, geleden door wie ook, waar ook.

De “lord” tot wie wij ons richten kan jezus zijn, boeddha, allah, krishna, of welke lord ook waar ons hart naar uitgaat. We kunnen de lord ook onbenoemd laten. Anoniem. Zelfs ook uit het gebed. En “have mercy” bidden. Bidden is immers niet religiegebonden, maar universeel.

Laten we dus “lord have mercy” bidden. Onopvallend stil of in gedachten. Op het ritme van de adem. In respons op pijn en lijden - concreet en algemeen. Zo voortdurend mogelijk.

Door de universele aard is het wereldwijd bidden ervan niet alleen haalbaar, maar ook wenselijk. Juist omdat de wereld thans is als een dorp, een dorp waarin iedereen elkaars welbevinden medebepaalt, juist dáárom verdient de wereld een universeel gebed, één wereldgebed. “Lord have mercy” is dat gebed. Of we ons nu richten tot de lord van ons hart, of hem onbenoemd laten - steeds drukken we ermee uit hoezeer ons hart door andermans pijn is aangedaan. Hoezeer wij wensen dat ieder die lijdt verlichting mag ervaren, hulp mag ontvangen, compassie mag ontmoeten. Loutering ten deel mag vallen. Ongeacht wie het betreft, ongeacht waar, ongeacht wanneer. In het heden, in de toekomst, in het verleden. Bidden is "beyond time and place", overstijgt plaats en tijd.

Laten we “lord have mercy” ook bidden voor de vele helden die concrete hulp verlenen aan het lijden en de pijn van slachtoffers, waar ook ter wereld. Niet alleen vanwege de zware taak waarvoor zij staan, maar ook als tekenen van hoop verdienen zij onze solidariteit en steun.

Uiteraard bidden we “lord have mercy” ook voor onszelf. Dat is niet zelfzuchtig. Als antidote tegen hubris (hoogmoed), tegen voor onszelf verborgen zelfgenoegzaamheid, weerhoudt het ons ervan andermans pijn te gebruiken om eigen pijn en angst niet te hoeven voelen. Bovendien komen we, wanneer we voor onszelf bidden, spoedig uit op bidden voor anderen. Eigen pijn en angst ontpoppen zich dan tot bronnen van compassie voor de pijn van anderen. Tussen bidden voor onszelf en bidden voor anderen bestaat geen verschil. Zoals er evenmin verschil bestaat tussen anderen en onszelf.

 

|  vorig  |   terug naar het gebed   |

|  kanttekeningen  |