BIDDEN VOOR DE WERELD
hoe om te gaan met
de pijn van de wereld
(pasen 2004)
INHOUD
- over de pijn getuige te zijn zonder daadwerkelijk te
kunnen helpen
- over het verband tussen de pijn van de wereld en grootschalig
karma
- over ons hart dat voor de pijn van de wereld nog onvoldoende
is toegerust
- over het gegeven dat grootschalig karma deel uitmaakt
van individueel karma
- over het verdragen en opdragen van pijn en af en toe
een offertje brengen
- over de vraag of ieder van ons de schuld van de hele
wereld draagt
- over hoe te leven met ook de schrikwekkende kant van het
transcendente
- over “wat anders kunnen we
dan bidden!”
- tot slot: een glimp van ananda - blijvende gelijkmatige vreugde
- kanttekeningen (gerelateerd aan ptss)
- bijlage: over het gebed
SAMENVATTING “BIDDEN VOOR DE WERELD”
Vandaag de dag zijn pijn en onrecht van overal ter wereld
vrijwel gelijktijdig overal elders zichtbaar (1). Helaas is ons
doorsnee-hart niet in staat die pijn te verdragen, laat staan
dat we kunnen meehelpen haar te dragen – omvang, frequentie,
gruwelijkheid en gedetailleerdheid gaan de normaal-menselijke
maat te boven. Doordat we bovendien niet zélf met directe
daadwerkelijke hulp kunnen reageren, noch in staat zijn nieuwe
pijn te voorkómen, leidt dit tot verwarrende gevoelens
als ontkenning, machteloosheid, schuld, schaamte, boosheid, verdriet.
Te vergelijken met posttraumatische reacties (2). Het essay “bidden
voor de wereld” biedt hiervoor een begrijpend kader. Ook
reikt het handvatten aan met behulp waarvan deze gevoelens in
een constructieve richting kunnen worden omgebogen – tot
compassie kunnen worden getransformeerd. Hoewel het hindoeïstisch-boeddhistisch
karmaconcept er een belangrijke rol in speelt, beoogt de weergegeven
visie nadrukkelijk van multi-religieuze zowel als humanistische
aard te zijn (3). De kern van deze visie is: wij zijn allen lid
van één en dezelfde familie. We moeten voor elkaar
zorgen. Indien dat niet metterdaad mogelijk is, dan ten minste
mentaal. Door gebed. Dit vraagt om een nieuwe toerusting van ons hart. Het bidden
zelf draagt daar toe bij.
|